WW-reparatie voor rekening van werknemers of werkgevers?
De werkgevers geven groen licht voor de uitvoering van een derde WW-jaar voor oudere werklozen. Ondanks grote bezwaren bij het bedrijfsleven hebben zowel het bestuur van VNO-NCW als dat van MKB-Nederland maandagavond hiermee ingestemd. Maar wie krijgen uiteindelijk de rekening: werkgevers of werknemers?
Wat is er aan de hand? In het sociaal akkoord van 11 april 2013 is de basis neergelegd van vele maatregelen die zijn uitgewerkt binnen de Wet Werk en Zekerheid. O.a. ook de afspraak dat de maximale duur van de WW-uitkering teruggebracht wordt naar 24 maanden. Sinds 1 januari 2016 gaat elk kwartaal de WW-duur met 1 maand naar beneden. Op 1 april 2019 is de maximale WW duur beperkt tot 24 maanden.
In 2013 is al afgesproken dat bij (algemeen verbindend te verklaren) cao’s afspraken gemaakt kunnen worden over een door werkgevers en werknemers gezamenlijk te financieren deel van de WW-uitkering, waardoor de oorspronkelijke uitkeringsduur van 38 maanden mogelijk blijft.
Op 8 mei jl. is het bestuur van MKB-Nederland en de VNO-NCW bij elkaar gekomen om deze verlenging van de WW te bespreken. De vakbonden hadden veel ophef gemaakt en alle centrale overleggen stopgezet, toen de werkgevers een maand geleden aangaven meer tijd nodig te hebben. Nu is er afgesproken door de werkgeversorganisaties dat ze instemmen met de inrichting van een centrale uitvoeringsfaciliteit voor een private aanvulling op de WW.
Geen garanties voor een derde jaar WW!
Voor de duidelijkheid: er zijn geen garanties voor een derde jaar WW, wel hebben diverse cao- partijen benoemd hier open voor te staan. Het is aan cao-partijen om de keuze te maken om al dan niet van deze faciliteit gebruik te maken. Werknemers betalen daarvoor zelf de premie, die maximaal 0,75% van het loon kan bedragen. De werkgevers geven daarbij aan dat ze zorgen hebben over de op te tuigen constructie. Ze hebben daarop in een persbericht van 8 mei 2017 de volgende uitgangspunten geformuleerd op basis waarvan zij kunnen instemmen:
- De gekozen constructie moet niet leiden tot extra bureaucratische rompslomp en administratieve lasten bij werkgevers;
- Er moet een garantie zijn dat de werknemerspremie ook echt een werknemerspremie blijft en in de toekomst niet alsnog op het bordje van de werkgever komt te liggen;
- Ook mag er geen sprake zijn van precedentwerking – de constructie is puur en alleen voor de uitvoering van het derde WW-jaar.
- De leden van MKB-Nederland en VNO-NCW willen een continue, kritische controle op de werkbaarheid en doelmatigheid van het nieuwe construct.
Werkgeversrisico’s terugbrengen
De werkgevers benadrukken in het persbericht opnieuw dat de risico’s en lasten van het werkgeverschap moeten worden teruggebracht. Werkgevers vragen om een aanpassing van de loondoorbetaling en re-integratie bij ziekte en een aanpassing van de Wet werk en zekerheid. Ze nodigen de vakbonden uit om op een moderne en actiegerichte manier mensen wendbaar en weerbaar maken voor de arbeidsmarkt.
Kritische kanttekeningen
De media geven het idee dat er weer een derde jaar WW beschikbaar komt. Let op, dit is geen juiste verwachting! Dit is aan de cao-partijen aan de onderhandelingstafel want die moeten de fondsen opzetten waaruit het derde jaar WW betaald kan worden. In het sociaal akkoord van 2013 is destijds ook afgesproken dat deze maatregel dan ook van toepassing is voor de duur van de WGA loongerelateerde uitkering waar de werkloosheidscomponent in meegenomen is. Wel stellen we hierbij kritische kanttekeningen:
- Ook hier geldt dat de euro maar 1 keer uitgegeven kan worden en dat een lange WW belemmerend werkt op een snelle activering. En moeten andere werknemers uit die sector koopkracht inleveren om de financiering mogelijk te maken? Hoeveel solidariteit kunnen we verwachten van de werknemer die wel bijvoorbeeld binnen 3 maanden een andere baan heeft gevonden?
- Hoe verhoudt de toenemende krapte op de arbeidsmarkt zich tegen over een extra jaar niets doen?
- Financiële prikkels zijn nodig voor succesvolle re-integratie. De verlenging van de WW zorgt ervoor dat de re-integratieprikkel wordt verminderd. Veel onderzoeken wijzen uit dat werknemers vlak voor einde van de WW weer aan het werk gaan. Knelpunten voor de oudere werkloze zullen met andere positieve re-integratieprikkels opgelost moeten worden.
- In diverse ambtenarensectoren bestaat er al een private WW, de financiering hiervan drukt al zwaar op de begroting (onze belastinggelden). Wat is er eenvoudiger dan deze lasten te verzwaren en bij de werkgever te laten liggen? Gelden die voor goed onderwijs bedoeld zijn, verdwijnen vervolgens in zekerheidspotjes voor nog meer bescherming voor personen die aan de kant staan.
- In vergelijking met de landen om ons heen is een WW-uitkering van 3 jaar bijzonder lang.
We vragen ons oprecht af hoe ver de solidariteit gaat? We moeten juist de beschikbare gelden gebruiken om positief te activeren oftewel positieve prikkels inzetten om snel het werk te hervatten. De cao-partijen zijn nu weer aan zet. We volgen graag deze ontwikkeling voor u.