WIA: Teleurstellend StAr rapport over verbetering activering in de WIA
We hebben lang gewacht op de WIA-adviezen van de sociale partners. Al op 20 december 2018 kondigde minister Koolmees aan dat de meeste maatregelen uit het regeerakkoord Rutte 3 niet door zouden gaan. Denk aan de wijziging van het Schattingsbesluit en de verandering van de groep 35-80 WGA naar 35-99. Afgesproken werd dat de sociale partners nadere plannen zouden uitwerken wat er dan wel met de WIA moet gebeuren.
Want dat er iets moet gebeuren is wel duidelijk. De WIA-instroom stijgt al jaren. Ook zijn er twijfels over de rol van de private verzekeraars. Waarom laten zij geen betere re-integratieresultaten binnen de WGA zien dan het UWV? Er lag reeds een uitstekend IBO-rapport uit april 2017 dat aantoont dat er mogelijkheden zijn om de arbeidsparticipatie in de WIA te bevorderen.
Ik keek dan ook reikhalzend uit naar de adviezen van de sociale partners. Die zijn nu na ruim 1,5 jaar gepresenteerd. Des te teleurstellender vond ik echter de inhoud. Want concreet komt het rapport niet veel verder dan dat er betere voorlichting nodig is. En vooral dat scholing dient bij te dragen aan een verhoogde arbeidsparticipatie, ook al in de eerste 2 ziektejaren. Let wel, daar kan ik me prima in vinden. En ook in het advies om de WGA-dienstverlening beschikbaar te stellen voor de 35-minners. Immers, de praktijk laat zien dat 35-minners met medische beperkingen problemen ervaren bij het vinden van een passende baan.
Waarom dan zo teleurgesteld? Teleurstellend is met name dat na 1,5 jaar er nog altijd geen duidelijkheid is over de wijzigingen in de claimbeoordeling. Uiteraard is iedereen het met de aanbeveling eens dat het proces van de claimbeoordeling meer aandacht moet geven aan de reële schatting van iemand zijn verdiencapaciteit. Door de afname van functies en arbeidsplaatsen ervaren veel werknemers een toenemende afstand tussen wat iemand nog kan en de beschikbaarheid van dat type werk in de praktijk. De Stichting stelt voor om te komen tot een reële en minder theoretische schatting, maar hierover is opnieuw nader onderzoek nodig. Oftewel onderzoek hoe de functies beter gevuld kunnen worden binnen het CBBS (claimbeoordelings- en borgingsysteem) met het doel dat functies meer aansluiten op de praktijk. Ik had gedacht dat het rapport juist de uitkomsten van dat al uitgevoerde onderzoek zou laten zien.
Niets gedaan met de WIA-adviezen van het RSC
Ook vind ik het een gemiste kans dat de sociale partners niet stil staan bij de concrete WIA-adviezen die het RSC heeft gegeven in de position paper ‘Werken moet lonend zijn’. Deze is gestuurd naar de commissie Borstlap, maar uiteraard ook naar ingewijden bij de sociale partners.
Adviezen die regelrecht uit de praktijk komen, zoals:
1. Geen WGA-rekening voor werkgever als werknemer uitvalt binnen het eerste half jaar dienstverband
2. Arbeidsverledeneis in de Ziektewet of terugkeer artikel 44 Ziektewet
3. Verklaar cao’s alleen algemeen verbindend als ze succesvol re-integreren lonend maken voor de werknemer
4. Ontslagverbod voor de groep 80-100% WGA bij (middel)grote werkgevers gedurende maximaal twee jaar
4a. Laat de vijf jaar no-risk ingaan vanaf het moment dat de werknemer weer gaat werken
4b. Ken direct IVA toe na einde wachttijd als duidelijk is dat herstel niet te verwachten is
5. Laat werknemer als structureel functioneel beperkt aangemerkt blijven tot vijf jaar na de laatste WIA-beoordeling
6. Altijd Ziektewet-vangnet bij hernieuwde uitval met dezelfde oorzaak binnen vijf jaar.
Een aantal aanbevelingen zijn hard nodig om de re-integratiekansen te bevorderen van mensen met arbeidsbeperkingen. Bijvoorbeeld aanbeveling 1 om geen WGA-rekening neer te leggen bij de werkgever als werknemer uitvalt binnen het eerste half jaar dienstverband. Dit maakt het veel eenvoudiger voor werkgevers om mensen een kans te geven en om het eerste half jaar te bekijken of de werkzaamheden goed aansluiten bij de mogelijkheden die de werknemer heeft.
Of aanbeveling 3 om in de cao’s succesvol re-integreren lonend te maken. Stimuleer de werkhervatting en stel daar een hogere beloning tegenover. Of aanbeveling 5 dat werknemers als structureel functioneel beperkt aangemerkt blijven tot vijf jaar na de laatste WIA-beoordeling zodat voor hen de no-riskpolis van toepassing blijft.
Verruiming van de no-riskpolis ligt politiek gevoelig. Daar heb ik alle begrip voor. Echter, ook aanbeveling 6 (Altijd Ziektewet-vangnet bij hernieuwde uitval met dezelfde oorzaak binnen vijf jaar) is verder niet uitgewerkt door de Stichting van de Arbeid. Terwijl zo voorkomen zou worden dat werknemers tussen wal en schip vallen. En dat de werkgever twee keer voor dezelfde situatie 104 weken loondoorbetaling bij ziekte hebben. We willen juist stimuleren dat werknemers in dienst kunnen blijven bij de eigen werkgever. Als een werkgever al een keer volledig de 104 weken heeft betaald, is het dan fair om de werknemer opnieuw 104 weken bij ziekte te laten doorlopen? Uiteraard ben ik namens het RSC van harte bereid deze adviezen nader toe te lichten, ook aan de Stichting van de Arbeid.
Drempelverlaging naar 25%
Verder doet de StAr nog het voorstel om de budgettaire effecten te onderzoeken als de ondergrens voor het recht op een WIA-uitkering ligt bij 25% en bij 15% in plaats van 35%. Oftewel een drempelverlaging. Arbeidsparticipatie is dan ook voor deze groep lonender wanneer ook voor hen recht is op een WGA-loonaanvulling. De Stichting stelt dus een fundamentele discussie voor over inkomensbescherming en arbeidsparticipatie. Mijn vraag is vervolgens of een uitgebreidere arbeidsongeschiktheidsverzekering door de publieke sector gedaan moet worden. De Commissie Regulering van Werk (beter bekend onder de naam Commissie Borstlap) stelt juist een (minimum) arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden voor. Een gelijkwaardig vangnet voor alle werkenden waar bovenop uiteraard private aanvullingen mogelijk zijn. En dan wordt het ook zaak voor de cao-partijen om inkomensbescherming op een juiste wijze in te regelen. Waarbij opnieuw het pleidooi komt om werken te belonen!
Wanneer er een minimum arbeidsongeschiktheidsdekking voor alle werkenden komt, dan betekent dat einde van de huidige WIA. Dan zullen de private verzekeraars met branches nadere afspraken maken en wordt de verantwoordelijkheid om re-integratie tot een succes te maken ook neergelegd bij de private verzekeraars. Erg jammer is dat de private verzekeraars ons nog altijd niet overtuigd hebben dat zij de re-integratie beter doen dan het UWV. Mijn inziens heeft dit te maken met de financiële prikkel die alleen maar tijdens de LGU-periode ligt. Immers, na afloop van de LGU moet de werkgever toch altijd de fictieve vervolguitkering blijven betalen, ook als de werknemer werkt. Private verzekeraars richten het WIA-casemanagement met name in om te kijken of een werknemer uit de WGA kan komen; door instroom in de IVA of door te kijken of werknemer uiteindelijk < 35% arbeidsongeschikt is.
Nog een wereld te winnen
Zelf ben ik ervan overtuigd dat juist in de wereld van re-integratie van mensen met arbeidsbeperkingen nog een wereld te winnen is en zeker ook in samenwerking met de casemanagers. Gaan we nu eindelijk gezamenlijk eens werk gaan maken van een WIA in natura? Werk bieden in plaats van een uitkering uit te betalen.
Het is voor iedereen duidelijk dat financiële prikkels werken en dat we na moeten denken hoe de financiële prikkels goed worden ingevuld zodat er een win-win-win voor alle partijen ontstaat. Mijn pleidooi doe ik vooral voor de zieke werknemer zelf. Echte sociale zekerheid en inkomenszekerheid bereiken we wanneer we mensen weten te plaatsen in een passende baan waarin ze met werkplezier de pensioenleeftijd halen. De register-casemanagers vervullen hier een kernrol in. Niet alleen binnen de eerste 104 weken, maar ook daarna. Hoe kunnen we concreet werk aan gaan bieden dat past bij de mogelijkheden die de werknemer nog wel heeft?
Gisteren sprak ik met een vakcollega die in de WGA is ingestroomd. Betrokkene had aangeboden om bij zijn oude werkgever terug te keren in een passende functie en ook uitgerekend dat dit financieel voor de werkgever voordeel op zou leveren. Wat denkt u? Kreeg deze WGA-gerechtigde hiervoor de kans? Nee dus. De werkgever betaalde liever een hogere rekening dan opnieuw een kans aan deze werknemer te geven.
Ook de 10 aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid veranderen niets aan deze situatie. Het RSC heeft hiervoor in de position paper behoorlijk radicaal een ontslagverbod voorgesteld wanneer mensen nog terugkeermogelijkheden in de organisatie hebben omdat er (medisch) een verbetering te verwachten is. Nergens zijn de terugkeerkansen zo groot als bij de eigen werkgever.
Wat er concreet met de WIA gaat gebeuren, zal door het nieuwe kabinet vanaf 2021 nader uitgewerkt worden. Gaan we proberen de WIA meer activerend te maken? Of gaat het roer radicaal om? Hoe dan ook is de alsmaar stijgende WIA-instroom een zorg omdat iedereen weet dat de huidige regelingen op termijn financieel onhoudbaar zijn. Los daarvan is het altijd een gemiste kans dat er kostbare arbeidscapaciteit en kennis buiten de arbeidsmarkt wordt geplaatst. Eenmaal langdurig in een uitkering is werkhervatting vrijwel niet realiseerbaar. De echte winst realiseren we in de eerste drie maanden van arbeidsongeschiktheid. Laten we echt denken in mogelijkheden in plaats van in onmogelijkheden. Activering begint op ziektedag 1.
Uiteraard vergeten we de preventieve kant niet. De jaarlijkse loopbaancheck die de commissie Borstlap voorstelt is nodig. Zeker voor degenen voor wie het werk te zwaar is om de pensioenleeftijd gezond te halen. Een samenvatting van de plannen van de Commissie Borstlap vindt u in de VeReFi Whitepaper. Uiteraard blijven we voor u volgen wat er met de WIA gaat gebeuren. Komende weken ga ik me inzetten om een nieuwe CS Verbindt themapocket te schrijven met als thema de WIA en het WIA Casemanagement. Wat kunnen we gezamenlijk doen om mensen met beperkingen in te zetten binnen de mogelijkheden die ze nog wel hebben? De Register Casemanagers hebben hierbij als regievoerder een spilrol die niet ten volle wordt benut. Ik houd geloof dat we als vak professionals tezamen nog veel kunnen bereiken.